Bouwjaar: 1992
Ik denk dat mijn hoogte regelaar achter niet meer goed werkt, hij reageert niet goed op de verschillende standen. Weet iemand waar dat ding zit en hoe ik hem schoon kan maken of vervangen?
Geplaatst door Rob9879 (0) , lid sinds 18 jaar geleden
Heb je de perfecte onderdelen nodig voor Citroën BX? Ontdek nu de meest uitgebreide selectie van kwalitatieve automaterialen. Eenvoudig en zeer voordelig te bestellen op kenteken. Klik hier en maak je auto weer als nieuw!
Niet gevonden wat je zocht? Misschien is je vraag al eens beantwoord voor je Citroën BX of stel zelf een nieuwe vraag.
3 Reacties
Rob9879 (0), 18 jaar geleden
erg vreemd, als ik hem in zijn normale stand zet en ga rijden zakt hij achter helemaal tot op de doppen. Als ik hem dan even een paar seconden in de hoogste stand zet en daarna weer terug op rijstand blokkeert hij zich 5 min op de hoogste stand en zakt daarna weer langzaam tot de doppen.
Tinus11474 (0), 18 jaar geleden
laat de veerbollen eens controleren , meschien hoeven ze alleen
bijgevuld te worden.
Beunhaas (530) PRO, 18 jaar geleden
itroën BX 1987-1992 14. Voorwielophanging en vering 14.7 Hoogteregeling
Wagenhoogte
Voor 159-176 mm
Achter 215-233 mm
Algemeen
De BX-modellen hebben een hoogteregeling met twee hoogteregelaars en een handverstelling (vier standen). De hoogteregelaars worden bediend door stangen die aan de stabilisatorstangen vastzitten.
Figuur 14.12: Hoogteregelaar in doorsnede
4 en 5 Afdichtcups
6 Buitenringen
8 Buitenste schotels
9 Membranen
10 Ring
11 Plunjer
12 Circlips
13 Binnenste schotels
14 Veren
15 Klepjes
16 Moer
Wagenhoogte controleren/afstellen
- Controleer de bandspanning.
- Laat de motor stationair draaien.
- Zet de handbediening van de wagenhoogte in de normale rijstand.
- De wagenhoogte wordt vóór en achter gemeten. Het meetpunt vóór is het midden van de dwarsbalk, die achter de motor ligt (figuur 14.13). Het meetpunt achter is het midden van de dwarsbuis van de achterwielophanging. De wagenhoogte is de afstand tussen de grond en de genoemde punten.
- Meet op de volgende wijze: Licht de auto aan de te meten kant zover op, als met de hand mogelijk is. Laat de auto los en meet de wagenhoogte, zodra deze weer gestabiliseerd is.
- Druk vervolgens de auto met de hand zover neer als mogelijk is en laat deze los. Meet de wagenhoogte zodra deze weer gestabiliseerd is. Neem als werkelijke wagenhoogte het gemiddelde van deze waarden.
- De wagenhoogte is afstelbaar door de bevestigingsklem van de stang van de desbetreffende hoogteregelaar te verdraaien.
Figuur 14.13: Wagenhoogte vóór meten
h Wagenhoogte
Figuur 14.14: Wagenhoogte achter meten
h Wagenhoogte
Handbediening afstellen
- De wagenhoogte moet juist afgesteld staan.
- Laat de motor stationair draaien.
- Zet handbediening van de wagenhoogte in de normale rijstand.
Figuur 14.15: Handbediening in normale rijstand
Afstellen van de hoogteregelaar voor:
- Verplaats de beugel (2 in figuur 14.16) op de bedieningsstang zodanig dat de bedieningsstang van de hoogteregelaar onder lip (3) van de beugel (2) valt. De maat (b) moet dan 4,0-4,5 mm zijn en de maat (a) 7,0-7,5 mm.
Figuur 14.16: Voorste regelaar afstellen
a 7,0-7,5 mm
b 4,0-4,5 mm
Afstellen van de hoogteregelaar achter:
- Verplaats het scharnierpunt (4 in figuur 14.7) zodanig dat de bedieningsstang precies midden in het gat zit en de maten L1 en L2 aan elkaar gelijk zijn.
Figuur 14.17: Achterste regelaar afstellen
L1 = L2
Figuur 14.18: Hoogteregelaar voor
Figuur 14.19: Hoogteregelaar achter