close auto
close

Surf Advertentievrij op Problemcar.nl!

Geen afleiding meer, alleen de antwoorden die je zoekt. Word VIP en geniet van een volledig advertentievrije ervaring.

Word VIP voor slechts €1,99 per maand!

Word vip

EPC, oftewel ‘Electronic Power Control’.

EPC zoals dat door de VAG-groep rond 1999/2000 in hun voertuigen is opgenomen, kan het beste worden betiteld met de meer gangbare benaming ‘elektronisch gaspedaal’, oftewel EGAS.

Een belangrijke rol heeft daarin de gaspedaalsensor. Volkswagen – en daaraan gekoppelde merken – kent dan de sensoren G79 en G185. Deze twee sensoren zijn over het algemeen boven op het gaspedaal gemonteerd. De sensoren zijn in principe twee potentiometers. Het variëren van de potentiometers verloopt lineair met de beweging van het gaspedaal. Er bestaat tussen de signalen van de beide potentiometers een vast weerstandsverschil. Beide potentiometers zijn elektrisch van elkaar gescheiden. Zij hebben dus elk een eigen stroomtoevoer. Ook de uitgangssignalen zijn gescheiden.

De storing!

De storing in het EPC wordt kenbaar gemaakt door het oplichten van het EPC-lampje. Bij andere merken auto’s gaat het motorstoringslampje of de MIL-lamp branden (MIL = Malfunction Indicator Light). Maar laten we verder de term EPC aanhouden.

De functie van elektronisch gaspedaal (soms ook ‘accelerator’ genoemd) wordt door de elektronische regeleenheid uitgevoerd (ECU, motormanagementsysteem).

Binnen de VAG-organisatie heeft het EPC-lampje over het algemeen de aanduiding K132 (ook terug te vinden in de elektrische schema’s). Net nadat het contact is ingeschakeld en de motor is gestart zal het lampje even branden.

Ook zal het lampje oplichten als de gaspedaalsensor niet juist functioneert. Om veiligheidsredenen en met behulp van een noodprogramma (‘noodloop’) wordt dan het motorvermogen tot 40% begrensd. Valt zowel het signaal van G79 als dat van G185 uit, start de motor nog wel, maar draai alleen stationair. Dan doet in ieder geval de verwarming het nog; handig voor in de winter. De smoorklep blijft dan dus in de ruststand.

Overigens zal het EPC-lampje ook kunnen gaan branden als de smoorklepactuator (stappenmotor, stelmotor, G186) niet of niet juist functioneert – bijvoorbeeld door vervuiling – de smoorkleppotentiometers G187 en G188, de druksensor van het inlaatspruitstuk G71 en ook de remschakelaar F47.

Zoals hiervoor omschreven is het de uitvoering van het EPC zoals dat bij de Motronic ME 7.5.10 is toegepast. Storingen kunnen over het algemeen met de betere diagnose-apparatuur worden uitgelezen. 

Atte Roskam